woensdag 4 februari 2009

Proeven en doorgeven

We zitten aan tafel. David aan de kop en wij aan weerszijden. We eten een fruitje. Mag ik ook die?, vraagt David, en hij wijst op een mineola. Die vind ik zóóó lekker, voegt hij toe en hij zwaait demonstratief met zijn hand naast zijn oor. Ik ben wat verbaasd, want mandarijnen krijg ik er al 2 jaar niet in bij hem. Maar okee, nieuwe rondes nieuwe kansen. Dus hier heb jij een stukje. David proeft. En zegt dan met een wat zuur gezicht: Nee, vind ik toch niet zo lekker. Mag ik een appel mama? Die vind ik zóóó lekker.

Hmm, mag ik dan een stukje supermandarijn?, vraagt huisgenoot E. aan David. Nee hoor, die komt niet uit de supermarkt, antwoordt David beslist. Oh, waar komt-ie dan vandaan?, vraagt huisgenoot verbaasd. David draait zich naar mij toe en vraagt: Mama, waar komt die vandaan? Bij de Albert Heijn, antwoord ik. David verwittigt per ommegaande zijn vader. Die komt bij de Albert Heijn vandaan papa, echoot hij.

Geen opmerkingen: