Hoe vaak hebt u al de dakpannen van uw huis met een hogedrukspuit schoongemaakt? Ah, juist. Dacht ik al. Wij ook niet hoor.
Maar dan kent u onze overbuurman nog niet. Nee. Een man met noeste poetsdrift. Zo één die écht iedere week zijn auto wast.
Niet in de wasstraat maar old-school met de hand. Emmer met sop, doekje erbij. Zachte borstel. En voor de finishing touch een tandenborstel voor de randjes.
Een tandenborstel? Randjes? Jawel, de randjes. Een broedplaats van vuil en viezigheid die randjes. Van de velgen, de achterklep, de portieren en de motorkap. Hij poetst zelfs ónder de motorkap.
Oh. U vraagt zich af waarom ik dit allemaal zo precies kan vertellen?
Nee, ik zit niet de hele dag achter de geraniums te loeren. Onze woonkamer kijkt toevallig uit op zijn garage en zijkant van zijn huis. En vanaf de bank heb ik tijdens het geven van de fles perfect zicht op wat de beste man onder handen neemt. That’s why. He never misses a spot.
Voorwaar ik zeg u: smetvrees heeft deze man met Indisch uiterlijk. Onder ons gezegd en gezwegen: noemen wij hem hier thuis ook wel de Poets-Pinda ;-).
Ook zijn tuin is immer een toonbeeld van strak gecoiffeerde struiken. Geen sprietje groeit verkeerd. Alles in nagenoeg wiskundig-perfecte bolvorm gesnoeid, alsof de jury van de Chelsea Flower Show ieder moment zijn tuin komt keuren. De klimophaag knipt hij zeker 1x per maand bij en hij zorgt dat alle parkeerplaatsen grenzend aan zijn perceel ontdaan zijn van alle onkruid.
Wanneer hij kinderen in de buurt van zijn minutieus geveegde garage-oprit hoort spelen, ontpopt hij zich tot een Buurman Baasje. En gluurt op zijn laddertje over de schutting heen om te zien of er ‘regels’ worden overtreden.
Is dat het geval, en dat is snel kan ik u vertellen, hij heeft kennelijk nogal veel regels, dan worden de kinderen bruusk toegesproken waarop ze – meestal – huilend huiswaarts keren.
Ja, zielig. Maar: eerlijk is eerlijk, kinderen zijn nu eenmaal een wandelende verzamelplaats van bacteriën en andere vuiligheid. En dat moet je niet hebben, bij je hagelwitte garagedeur. Dat snapt u natuurlijk ook wel.Goed. Waarom al deze introductie? Zodat u weet dat het nogal manisch is, die schoonmaak-woede van hem.
De Poets-Pinda heeft momenteel namelijk ‘last’ van grootse voorjaarsschoonmaakdrang. Eerder deze week werd het dak van zijn onberispelijke garage volledig vernieuwd. Kan me niet voorstellen dat het lek was daar. Maar goed.
’s Avonds deed de Poets-Pinda een inspectie van het geleverde werk. En ging met een schrapertje alle voegen langs om kleine stukjes lijm van de dakbedekking – wat zou het anders moeten zijn? – te verwijderen.
Ik vond het al vrij bizar. Maar het hoogtepunt kwam vandaag. Althans, ik dénk dat dat het hoogtepunt is. Ik kan echt niets gekkers verzinnen.
De Poets-Pinda liet namelijk een hoogwerker aanrukken. Ja. Een hoogwerker. Ik vind dat in een straat met rijtjes huizen al een hele bezienswaardigheid. En dat niet alleen. De Poets-Pinda liet een mannetje zijn rode pannendak met een hogedrukspuit schoonspuiten. Owkee...
Even later ging de Poets-Pinda finaal uit zijn
eigen dak hersenpan. Wat bleek: het vieze water van zijn schone pannendak liet rode strepen achter op zijn witte muur.
Aiaiai. Als dat nog maar goed komt...