donderdag 30 april 2009

How bizar, how bizar

Zou dit zo'n dag zijn?
Zo eentje waarvan u over een paar jaar nog precies weet waar u was toen u het hoorde? Of zo'n dag waarop je sterk het gevoel hebt dat de wereld opeens een beetje anders is geworden.
Ik bedoel, het was toch een redelijk bizarre dag. Toch?

Een auto dwars door een afzetting en een stapel mensen heen, op weg naar de koninklijke bus.
Koud werd ik toen ik het hoorde. Midden in onze straat stonden we. Net weer terug na een heerlijke ochtend in de dierentuin met vrienden R. en M en dochter Merel.
Heb je het al gehoord?, vroeg diezelfde vriendin M., terwijl ze op ons af stormde. Ja, ze wonen ontzettend in de buurt. Huh? Wáát?
Met stomheid geslagen, dat waren we. Zoiets verzin je niet.

And on top of that óók nog de eerste Nederlandse patiënt met de Mexicaanse griep.
Draaiboeken liggen klaar, het surveillance-systeem lijkt goed te werken, iedereen staat op scherp. Spannend, maar ook interessant. Ik vraag me niet af óf, maar hóe druk we het gaan krijgen. De log van dinsdag was een beetje te cryptisch, begrijp ik. Maakt niet uit. Ik en mijn collega's doen iets met Enge Beestjes. En liefst preventie van die Enge Beestjes. In dit geval zeer handig, lijkt me.

Maar goed. Voor een vrolijke afsluiting van deze log: naar de dierentuin togen wij. En velen met ons trouwens. David met zijn koninginnemuts op. En Danaë ook geheel in style: rood-wit-blauw in haar knaloranje kinderwagen.

dinsdag 28 april 2009

Knor knor knor...

Rara, wat was dat?

Inderdaad. Mijn werkdag vandaag.

Met de hartelijke groeten van de Enge Beestjes Brigade. Wij zijn er klaar voor.

En nu: zzz, zzz, zzzzzzz......

maandag 27 april 2009

Real life polkadot

Ze neemt het wel heel letterlijk. Polkadotje.
Sinds gisteren hoeven we haar geen polkadot-jurk meer aan te trekken. Nee. Mevrouw heeft zelf gezorgd voor een leuke polkadot-print op haar vel.

Eerst dachten we aan de waterpokken. Maar nee. Na een hele dag wachten is er nog geen pok te bekennen.
En de vlekjes blijven. Echt ziek is ze niet. Eetlust nog helemaal top. Geint volop met haar broer. We gokken daarom maar op de 5e ziekte. Gokt u mee?

Edit 22.43: Moet u natuurlijk wel wat te gokken hebben. Zie hier een fotootje.

zondag 26 april 2009

Niemand gezien

Hij loopt naar de zijkant van de kast en knijpt zijn ogen stijf dicht.
Drie... Vijf... Negen... Kwartien... telt hij.
Hij draait zich om en stuift naar zijn zusje in haar wipper. Ze sloeg hem al die tijd aandachtig gade.
Ik heb niemand gezien, joelt hij tegen haar.

Waaaaah, gilt zij in een mengeling van opgetogenheid en spannendheid. Om de boel kracht bij te zetten, maait ze nog een even flink met haar armen. Alsof ze zo ieder moment kan opstijgen uit haar zetel.
Een beetje beduusd door deze onverwachte kreet van zijn zusje, schreeuwt hij terug. Waahaaaa!
Samen liggen ze in een deuk. Tot hij roept We moeten ons verstoppen!, en weer terug naar de kast rent.

En dan begint het spel opnieuw.

vrijdag 24 april 2009

Op je heupen - deel 3

Het blijft knagen. Ondanks dat we met ruim 2 maanden een heupfoto hebben laten maken (klik hier voor deel 1 en klik hier voor deel 2) en haar heupen een keer extra zijn gecontroleerd. Haar bilplooi blijft asymmetrisch. En op haar zij rollen doet ze alleen naar één kant. Dat laatste hoeft natuurlijk niet met haar heupen te maken te hebben. Maar toch.

We hadden weer een afspraak bij het CB vandaag. Even de meterstanden opnemen. En jawel hoor, wat we al vermoedden klopt: meer dan 9 kilo weegt mevrouw. En ze meet zo'n 71 centimeter.
Afmetingen die haar broer had toen hij zo'n 9 maanden oud was. Met recht een forse tante dus. Maar niet dik. Nee. 'Gevuld' noemen ze dat bij het CB. Owkee...

Enniewee, die heupen. De arts keek haar nog een keer goed na. En constateerde een asymmetrische bilplooi. Overigens hoef je daarvoor niet gestudeerd te hebben om die te zien. Dat is ook voor leken behoorlijk zichtbaar.
Haar benen zijn gelijk. Check.
En toen de verschillende houdgrepen. Hmm. Het lijkt alsof haar heupen niet even ver naar buiten buigen. Klein verschilletje weliswaar, maar toch.

Dit, gecombineerd met ons sluimerende knaaggevoel, zorgde ervoor dat ik met een verzoek voor een heupecho onder mijn arm de deur uitwandelde.

Wordt vervolgd dus weer. En hopelijk kunnen we het dan voorgoed uit ons hoofd zetten.

donderdag 23 april 2009

Spekkie met een bite

Huh?
Het lijkt wel alsof de lepel over iets heen schraapt, als ik 'm in haar mond doe.
Dat was gister nog niet zo.
Even voelen met mijn vinger.

Auw!
Huh?!
Eens kijken.

Huh?!?!
Een vlijmscherp randje?
Wel een beetje groot randje.

Nog eens kijken
HUH?!
Twéé tandjes?

When did that happen?

woensdag 22 april 2009

Miss Spekkie

Opeens zit er een heuse kleine meisjes-dreumes in haar wipper. Niks geen baby meer. Vanuit haar wipper houdt ze haar broer nauwgezet in de gaten. Werkelijk álles wat hij doet, is de moeite waard en beloont zij onmiddellijk met een vette lach.

Niet altijd even handig trouwens: broer wil de laatste tijd nog wel eens niet luisteren en tóch die dingen doen die ik zojuist verboden had. En zie dan maar eens kordaat op te treden als zus in een lachstuip verkeert. Hij moet lachen mama. Wij maken grapjes. Ja, grapjes, m'n neus. Nú luisteren David. En ja, we werken nog aan het feit dat hij eigenlijk een zij is. Maar dat schiet dan weer niet zo op.

Gezeten in diezelfde wipper ontpopt mevrouw zich, zodra ik haar slab om doe - Pavlov -, als een soort spreeuwtje. Met opengespert mondje en zwaaiende armpjes wacht zij ongeduldig haar hapjes af. Ze is nogal goed van innemen. Maar dat heeft u ongetwijfeld op de foto's of anders het filmpje van gister al gezien.

Zeker sinds de fruit- en groentehappen, lijkt er sprake van een - en dan omschrijf ik het netjes - een disbalans in haar energie-inname en haar verbranding.
Het zijn allang geen oefenhapjes meer die ze naar binnen werkt. Nee, gewone volwaardige maaltijden zijn het. Maar denk maar niet dat mevrouw geen zin meer heeft in haar fles van half 11. Léég gaat ook die fles.

En aan de andere kant van de balans, de verbranding, schiet het ook niet erg op. Verbaal staat ze haar vrouwtje wel. Maar omrollen? Of zitten? No way. De enige vorm van zelfopgelegde lichaamsbeweging is het trappelen van haar benen en het maaien van haar armen. En nee, ik maak me geen zorgen over dat omrollen. Grote broer rolde ook pas bij 7 maanden. En is nogal rap van de tong. Je kunt tenslotte niet alles tegelijk ontwikkelen.

Disbalans dus. Inmiddels noemen wij haar ook wel Miss Spekkie. Maar t is wel een lief Miss Spekkie.

dinsdag 21 april 2009

Lekker pffrrr



Let op de dramatische snik rond 40 seconden. Ja, dan moet papa haar maar niet uitlachen. Maar gelukkig grijpt de grote broer in door meteen tegen haar te zingen in een taal die alleen Danaë begrijpt. Kijk. En dán zijn we natuurlijk al snel weer het vrouwtje.

maandag 20 april 2009

De siejeena

En toen was-ie een siejeena*.
Juist. Wat een ochtendje dierentuin al niet met iemand kan doen.

In het kader van doe-eens-wat-leuks-met-je-peuter-puber en haal-je-abonnement-eruit gingen wij vanochtend aapjes kijken. En zagen - behalve die obligate aapjes - beren, olifanten, leeuwen, tijgers en... hyena's dus.

Het mannetje heeft het concentratievermogen van een pinda. Bij de eerste aanblik van een slurf, vacht, poot of elk ander willekeurig dieren-onderdeel, riep hij En noe gaan wij weer verler en rende naar het volgende beest.

's Avonds vertelde de peuterpuber aan huisgenoot wat hij vooral niet had gezien. Giraffen niet. Pinguins niet. En dino's ook niet.

*Ik dacht eerst dat hij een sirene was. Maar nee hoor. Bij navraag was hij daar heel duidelijk over. Een sirene is een lantaarnpaal bij de C1000 die hoei-hoeoeoeoei doet. Dat u het even weet.

zaterdag 18 april 2009

Just a day in a weekend

Ze keken elkaar eens diep in de ogen. En speelden samen. Okee. Een beetje dan. Verder keken wij vandaag naar een grote-jongens-bed.
Schaften wij een übercute weekendtas aan voor het meisje. Nu nog een logeerpartijtje regelen. Voor over een hele tijd.
En bakten ze pannekoeken.
En - hoera - hij had weer drie stickers verdiend. Dus zaten zij gedrieën in opperste concentratie op de bank. Mariokart deed hij. En hij stuurde al bijna helemaal zelf 2 rondjes op het circuit. Kleine zus keek geboeid toe.

vrijdag 17 april 2009

Pleintjesmoeder

Goed. Laat ik het maar eens zeggen. Ik ben niet zo’n pleintjesmoeder. Zo’n moeder die bij de speeltuin in de buurt makkelijk aanpapt met andere moeders. Op de een of andere manier zit dat niet zo in mij.
Nee. Ik ben een wat meer op-mezelf-type. Een achtertuin-type, om zo te zeggen.

En dat is soms wel onhandig. Zeker nu het zomer wordt en het leven zich bij ons in de straat vooral vóór afspeelt. Met bergen kinderen in de grote buurt-zandbak-glijbaan-speeltuin. En dus allemaal kletsende moeders op bankjes in die speeltuin. Of op de bankjes in hun voortuin grenzend aan die speeltuin.
In onze voortuin staat geen bankje. Nee. Daar groeien planten. Want ik hou van tuinieren. Maar dat terzijde.

David komt nu ook in de leeftijd dat de achtertuin niet altijd meer groot genoeg is. En wel eens in de grote zandbak wil spelen. Maar hij is nog niet groot genoeg om m daar ‘alleen’ los te laten, vind ik. En dus moet ik mee. En Danaë ook.

Het liefst zou ik mezelf dan met een tijdschrift lekker op een bankje in het zonnetje posteren. Af en toe iets lezen. Beetje helpen met op de glijbaan klimmen en zandtaartjes bakken als 't zo uitkomt. Maar vooral kijken hoe hij lekker aan het spelen is.

Maar ja, t is de búúrtspeeltuin en niemand zit daar op-zich-zelf te wezen. Dus deed ik vanmiddag een poging tot socializen. En kwam er achter dat er moeders zijn die alle (meer dan 20!) buitenspelende kinderen bij naam kennen. En precies weten hoeveel kinderen er niet zijn, of ‘nog onderweg’ zijn. Ze zitten kennelijk al een hele tijd op die bankjes.

Toen het gesprek dreigde af te dwalen naar de laatste straatroddels, kreeg ik opeens grote heimwee naar mijn eigen achtertuin. Waar het zomers overigens altijd heerlijk rustig is, want iedereen zit toch op straat…

donderdag 16 april 2009

Lek

We hebben een lek hier in huis. Een hele professionele. Het lekt geen water, maar woorden. Onschuldige onderonsjes, nieuwtjes, zaken die eigenlijk niemand wat aangaan, werkelijk álles wordt gelekt.

En overal wordt gelekt. Bij de vakkenvuller van de Albert Heijn. Tegen een willekeurige voorbijganger op straat. In de rij bij de bakker. En niet in de laatste plaats bij de juffies van de crèche. Overal stromen de woorden uit zijn mond.
U raadt het al. Ons lek heet David.

De juffies van de crèche wisten bijvoorbeeld al dat ik zwanger was voordat ik het ze zelf had verteld. En niet omdat het al zo ontzettend zichtbaar was.
Nee. Dat kwam door ons lek. Die onder het genot van een appeltje aan zijn stamtafel tegen zijn vrienden was leeg gelopen.

De juffies hielden een paar weken wijselijk hun mond. Tot ik het ze zelf vertelde. En toen biechtten ze het op. Ze wisten het allang. En dat niet alleen. Ze wisten ook al de kleur van de babykamer. Appeltjesgroen. En dat we afgelopen weekend de vloer hadden gelegd in de babykamer. Ook appeltjesgroen.
Kennelijk hadden de sluizen van ons lek al wekenlang wagenwijd open gestaan.

Bij het ophalen van de kinderen vandaag vroeg de juf mij met een glinstering in haar ogen of ik spierpijn had van gisteravond. Een gekke vraag ja. En zij vertelde mij dat een dunschiller aanleiding was voor ons lek om over te stromen.

Wat is dat?, vroeg het lek geïnteresseerd.
Een dunschiller, antwoordde de juf terwijl ze nog een appeltje schilde.
Als ik lig te slapen, sijpelde het lek, dan gaat mijn moeder sporten om weer dun te worden.

woensdag 15 april 2009

Sorry. Geen tijd.

Moet hapjes koken en hapjes voeren. En ook ‘gewoon’ koken en zelf eten natuurlijk.

Moet zingen, met auto’s spelen en zandtaartjes bakken. En naar de bakker want het brood is op. En naar de garage want d’r zit een kras in mijn ziel auto.

Moet bijpraten met ver-weg-vriendinnen, een samenhangend gesprek voeren met dichtbij-vriendin wanneer twee peuters door de tuin stuiteren en ondertussen een fles in mijn dochter leeg gieten.

Moet opruimen, strijken en ontzettend wassen.

Moet vooruit denken (Dentinox halen want potentiële tand onderweg, brood smeren, ochtendritueel visualiseren) en met terugwerkende kracht nog meer genieten.

Moet wennen aan werken. En werken aan mijn milf-to-be.

En nu moet ik slapen.

maandag 13 april 2009

Paasliedjes

Zou het in zijn 2e naam zitten? Ik bedoel, Matthijs - Mattheus. Ligt niet ver uit elkaar en is er zelfs van afgeleid.
Zodra hij vanochtend beneden was, vroeg David direct of de 'Paasliedjes' weer aan mochten. En daarmee bedoelde hij niet een of andere pedagogisch verantwoorde cd met Dirk Scheele liedjes. Nee. Hij bedoelde de cd's met Bach's Mattheus Passion.

Vind je dat mooi?, vroeg ik.
Jaha, zei hij en drukte me het doosje in handen.
Déze heb ik nog niet gehoord, wees hij aan. Deel 2. Nou goed. Ik deed 'm in de cd-speler en toen verzocht David mij vriendelijk doch dringend opzij te gaan. Want hij moest er even goed voor gaan zitten. Voor de cd-speler, wel te verstaan.

Wat zingen ze?, vroeg hij even later aan tafel tussen twee happen Paasbrood in.
Ze zingen over Jezus. Maar we kunnen het niet zo goed verstaan omdat ze in het Duits zingen, lichtte huisgenoot E. toe.
Oh, zei David. Ik ken Jeesuh niet zo goed. Daarom kan ik het niet zo goed horen.

Overigens ben ik benieuwd of hij de Mattheus over een aantal jaar nog steeds kan waarderen. Is dan natuurlijk ontzettend niet-cool, die muziek van je ouders...

zondag 12 april 2009

Easter, Pâques, Ostern, Pascua

Pasen dus. Wat deden ze zoal?
Eieren zoeken. Eieren eten, echte en van chocolade. Danaë hield het - heel verantwoord - bij een snijbonen-puree. Vond ze trouwens beter te nassen dan pompoen. Racen met de auto door de tuin, glijbanen en bruggen bouwen. En vooral veel spelen met opa en Lucas en Diederik. Knuffelen met oma. En niet te vergeten héééél veel kletsen met iedereen. Ja, Danaë ook. Op haar manier dan.

En nu?
Nu weten ze allebei van moeheid niet meer hoe ze hun ogen dicht moeten doen. In plaats van de Mattheus Passion luisteren we nu live-koor-klaagzang vanaf de eerste verdieping. Heel rustgevend inderdaad...

zaterdag 11 april 2009

The Devil eats pumpkin


Mom-made mashed pumpkin. Het werd gewaardeerd. Like not. Of mama kan gewoon niet koken.

vrijdag 10 april 2009

Niet zo'n goeie vrijdag

Sóms heb je van die dagen dat het in de lucht hangt. Pollen ja. Maar dat bedoel ik niet. Zo’n dag waarop het vanaf het ontbijt niet lekker loopt. En dat je je afvraagt: waarom? Waar ligt het aan?

Aan de plotselinge opleving van David’s PeuterPuberteit? Best wel irritant, ja. Dat Nee ik wil niet luisteren. Ik wil weglopen.
Adem halen… Meeveren… Hem tijdelijk in zijn eigen sop laten gaar koken… Veel aandacht geven aan de dingen die hij wél leuk meedoet. En dan krijg ik m meestal wel op de plek die ik wil. Maar dat kost tijd. Die er niet altijd is.

De boodschappen dan. Boodschappen doen was inderdaad geen pretje: retedruk want het schijnt binnenkort Pasen te zijn. En dan vergeten mensen kennelijk hun persoonlijke kredietcrisis en stouwen hun winkelwagentje afgeladen vol met vreten.

Dat verschijnsel, in combinatie met een permanent wegrennende peuter in een overvolle winkel – ik zeg u: niet handig - veroorzaakte bij mij lichte irritatie. Waardoor ik met veel thuis kwam – voor de dit weekend op te starten voedselproductielijn voor Danaë – , behalve met iets te nassen voor vanavond.

Okee. Dát was het dus, dacht ik. Dat ik dus ontzettend inefficiënt bezig was. Nou goed. Maken we vanmiddag een ommetje naar de buurtsuper. So what.

En tóch bleef het knagen. Er hing iets in de lucht en het was nog niet verdwenen.

Tot David rond half vijf in de erker naar buiten wees en op dwingende toon riep Mama, mama, kijk…

En ik keek.

En ik zag: kinderen die met een supersoaker mijn auto stonden te besproeien. Daar houd ik niet zo van. Dus ik sommeerde de kinderen daar onmiddellijk mee op te houden. En wilde de voordeur weer dicht doen.

Driseenjongentegenjeautogefietstennouzitereenkrasop, meldde één van de supersoakers nog even snel. Wáááát?

Ik blafte tegen David dat hij van zijn zusje in de kinderwagen af moest blijven even fijn in de zandbak moest gaan spelen. En sprong naar buiten. En zag…

Een. Mega. Diepe. Kras. Over. Mijn. Hele. Deur.
Als of het stuur van de fiets zijn persoonlijke handtekening in het achterportier van mijn toch-wel-gloednieuwe Pinda had gegraveerd.

Nee. Ik vond het niet zo’n goeie vrijdag.

donderdag 9 april 2009

De rugzak van Piet

Met een flinke wind in onze rug wandelden David en ik (en Danaë in de kinderwagen natuurlijk) afgelopen woensdag naar de speeltuin. Het mannetje dartelde met de wind mee, raakte bijna zijn tred kwijt bij een goede windvlaag. De wind bolde zijn zomerjack op. Hihihi, lachte David. De wind lijkt wel een rugzak.

Mama, mag Piet strooien?, vroeg David vanavond. Piet van Sinterklaas bedoel je?, vroeg ik.
Ja. Zei hij.
Ja, die wel. Zei ik dan weer.
Oh, dan word ik later ook Piet. Dan mag ik ook strooien hè?

Mooi, da’s dan ook weer duidelijk. Originele beroepskeus, dat wel.

woensdag 8 april 2009

Over de Poets-Pinda en zijn rode pannendak

Hoe vaak hebt u al de dakpannen van uw huis met een hogedrukspuit schoongemaakt? Ah, juist. Dacht ik al. Wij ook niet hoor.

Maar dan kent u onze overbuurman nog niet. Nee. Een man met noeste poetsdrift. Zo één die écht iedere week zijn auto wast.
Niet in de wasstraat maar old-school met de hand. Emmer met sop, doekje erbij. Zachte borstel. En voor de finishing touch een tandenborstel voor de randjes.
Een tandenborstel? Randjes? Jawel, de randjes. Een broedplaats van vuil en viezigheid die randjes. Van de velgen, de achterklep, de portieren en de motorkap. Hij poetst zelfs ónder de motorkap.

Oh. U vraagt zich af waarom ik dit allemaal zo precies kan vertellen?
Nee, ik zit niet de hele dag achter de geraniums te loeren. Onze woonkamer kijkt toevallig uit op zijn garage en zijkant van zijn huis. En vanaf de bank heb ik tijdens het geven van de fles perfect zicht op wat de beste man onder handen neemt. That’s why. He never misses a spot.

Voorwaar ik zeg u: smetvrees heeft deze man met Indisch uiterlijk. Onder ons gezegd en gezwegen: noemen wij hem hier thuis ook wel de Poets-Pinda ;-).

Ook zijn tuin is immer een toonbeeld van strak gecoiffeerde struiken. Geen sprietje groeit verkeerd. Alles in nagenoeg wiskundig-perfecte bolvorm gesnoeid, alsof de jury van de Chelsea Flower Show ieder moment zijn tuin komt keuren. De klimophaag knipt hij zeker 1x per maand bij en hij zorgt dat alle parkeerplaatsen grenzend aan zijn perceel ontdaan zijn van alle onkruid.

Wanneer hij kinderen in de buurt van zijn minutieus geveegde garage-oprit hoort spelen, ontpopt hij zich tot een Buurman Baasje. En gluurt op zijn laddertje over de schutting heen om te zien of er ‘regels’ worden overtreden.
Is dat het geval, en dat is snel kan ik u vertellen, hij heeft kennelijk nogal veel regels, dan worden de kinderen bruusk toegesproken waarop ze – meestal – huilend huiswaarts keren. Ja, zielig. Maar: eerlijk is eerlijk, kinderen zijn nu eenmaal een wandelende verzamelplaats van bacteriën en andere vuiligheid. En dat moet je niet hebben, bij je hagelwitte garagedeur. Dat snapt u natuurlijk ook wel.

Goed. Waarom al deze introductie? Zodat u weet dat het nogal manisch is, die schoonmaak-woede van hem.

De Poets-Pinda heeft momenteel namelijk ‘last’ van grootse voorjaarsschoonmaakdrang. Eerder deze week werd het dak van zijn onberispelijke garage volledig vernieuwd. Kan me niet voorstellen dat het lek was daar. Maar goed.
’s Avonds deed de Poets-Pinda een inspectie van het geleverde werk. En ging met een schrapertje alle voegen langs om kleine stukjes lijm van de dakbedekking – wat zou het anders moeten zijn? – te verwijderen.

Ik vond het al vrij bizar. Maar het hoogtepunt kwam vandaag. Althans, ik dénk dat dat het hoogtepunt is. Ik kan echt niets gekkers verzinnen.

De Poets-Pinda liet namelijk een hoogwerker aanrukken. Ja. Een hoogwerker. Ik vind dat in een straat met rijtjes huizen al een hele bezienswaardigheid. En dat niet alleen. De Poets-Pinda liet een mannetje zijn rode pannendak met een hogedrukspuit schoonspuiten. Owkee...

Even later ging de Poets-Pinda finaal uit zijn eigen dak hersenpan. Wat bleek: het vieze water van zijn schone pannendak liet rode strepen achter op zijn witte muur.

Aiaiai. Als dat nog maar goed komt...

maandag 6 april 2009

Half jarig

Een half. Ontzettend een half was zij vandaag. En dus aten we taart. Nee, zij niet. Zij vrat een heel potje bloemkool ter viering van dit heuglijke feit.

zondag 5 april 2009

Zaterdagochtend in een koffielounge

Daar zit-ie dan. Zaterdagochtend, in een luxe koffielounge. In het hoekje het verst weg, weggedoken in een fauteuil, verscholen achter een krant, zit hij een beetje onzichtbaar te wezen.
Poenerige asymmetrische scheiding, Ralph Lauren trui, veel te dure broek. Latte macchiato erbij. Kijkt niet erg gelukkig. Beetje uitgebluste look, zeg maar.

Een klein meisje probeert zijn aandacht te trekken.
Papa… klinkt het zacht. Papá… probeert ze wat harder. Ze trekt aan zijn trui.
Wanneer gaan we naar huis?, vraagt ze.
Papa slaat vermoeid zijn ogen op. Wappert met zijn hand langs de plek waar ze aan zijn trui trok alsof hij een lastige vlieg van zich af schudt.
Hij schudt z’n hoofd en zucht eens diep. En slaat demonstratief een bladzij om.

Teleurgesteld druipt het meisje af naar haar broer. Die aan de andere kant van het pand met andere kindjes aan het stieren is met het speelgoed van de koffietoko.
Speelgoed in overvloed, dat wel. Andere kindjes ook. Maar daar ging het haar niet om.

En dan vraag ik me af. Waarom zit die man daar?
Overwerkt? Nadenken over hoe hij zijn eigen kredietcrisis te boven gaat komen?
Gescheiden en een weekend de kinderen? Niet (meer) weten wat je met kinderen kunt doen? Zou-ie het überhaupt ooit geweten hebben? Of was het zo’n man die alle luiers door z’n vrouw liet doen?

En ik heb medelijden. Met dat meisje. En ook wel met haar broer. Die ondertussen heel pesterig een mooie ballon van een jongetje afpakt. Nee, niet van David. Papa let toch niet op.

zaterdag 4 april 2009

Promotie met bloemkool

Promotie heb ik gemaakt vandaag. Tot Food & Beverage manager, om precies te zijn. Van de kleine meid. De periode van lifjes, lafjes en hapjes deed namelijk vandaag definitief zijn intrede.

Jawel, hoor ik daar aanzwellend tromgeroffel en trompetgeschal?, haar eerste hapje is een feit. Bloemkool-fruts at zij. Met smaak, dat moet gezegd.
Niet zelfgemaakt, oh ontaarde moeder. Nee. Bij David had ik dat wel gedaan, maar had ik de boel niet fijn genoeg gepureerd. Waardoor hij kokhalzend bijna stikte in een bloemkoolstukje. Gezeefde fabrieksmeuk schafte de pot dus vandaag. Om eens rustig te wennen aan het fenomeen ‘lepel’. Nooit weg om goed van een lepel te leren eten.

Voordat u hele reacties stuurt over rapley enzo: ook dat gaan we nog wel eens doen. Als het zo uitkomt (lees: vlak voordat we de vloer gaan dweilen, en de kinderen door de wasstraat sturen).
En zelf hapjes maken. Ook dat gaan we doen, net als bij haar grote broer. Lang leve het kookboek Opperdepop, een groot feest voor de smaakpapillen. Maar goed, as said: nu dus even niet. Eerst eens wennen.

Morgen weer, morgen meer.

vrijdag 3 april 2009

Polkadotje

donderdag 2 april 2009

Van frustratie, aankopen en een racende tijger

En na zo’n enorme veer in je reet, dan moet je wel. Loggen bedoel ik. Nou goed dan.
U zult het moeten doen met de management summary van vandaag. Want moe. Duidelijk niet meer gewend, dat werken.

Om kort te gaan:
Huisgenoot zorgde vanochtend voor Danaë. Heel geëmancipeerd ja. Mevrouw had dus nog steeds koorts en kon niet naar de crèche. ’s Middags werd oma B. ingevlogen om de honneurs waar te nemen. Kon huisgenoot naar zijn ultrabelangrijke afspraak ergens in het Zuiden van het land.

Ik dus gewoon aan het werk. Verder met die 1100 mailtjes. En dat tergend trage netwerk.
Drie kwartier (!) deed ik erover om een reiskostendeclaratie van de afgelopen 3 maanden in te vullen. Niet gewerkt nee, maar toch een aantal keer naar een teambijeenkomst geweest. Dat u niet denkt dat ik de boel loop te flessen. Niet omdat ik het formulier niet snapte. Nee. Kennelijk was het nogal moeilijk om met een internet routeplanner uit te rekenen hoeveel kilometers ik had gemaakt.
Echt mensen, ik nú al uit naar mijn volgende werkdag. Líters koffie drinken en alle weekendnieuwtjes doornemen terwijl ik wacht op de computer.

In mijn lunchpauze kocht ik mijn frustraties weg. Want het is zonde om een waardebon van 20 keiharde euries te laten verlopen. En dus móest ik dat ene übercute jurkje voor het meisje aanschaffen. Het werd – uiteraard - een heel outfit. Want als het om leuke meisjeskleren gaat, heb ik een gat in mijn hand. Oh, ook als het om kleren van David of mijzelf gaat, hoor ik net. Nouja. Als u maar weet dat ik er erg gelukkig van werd.

En toen bikte ik een racende tijger van een autootje los. Die vervolgens ontsnapte en zich ingroef in de zandbak. Samen met een andere tijger. Onder belofte van grote bout vlees het kijken naar een Bob de Bouwer-dvd wilde de tijger wel mee naar huis. Met MaMarije Wendy. Ja, je moet er wát voor over hebben om een tijger te vangen.

Hmm. Toch niet zó kort gegaan. Ah wel, ik ga lekker slapen.

woensdag 1 april 2009

Eigenzinnig

Wat is het toch een gek lief eigenzinnig kind, dat meisje van ons. Zes maanden lang kon ze ieder moment ziek zijn. Mama was immers toch wel thuis. En wat doet mevrouw? Juist, kiest fijn de allereerste werkweek sinds máánden van haar moeder uit...

Past op zich wel in het plaatje: ook gewoon keihard niet met d'r hoofd naar beneden gaan liggen toen dat volgens het verloskundige boekje wel zou moeten. Neuh, rechtop loungen daar in die baarmoeder, dat was helemaal da bomb.
Twee grote handen van de gyneacoloog moesten eraan te pas komen om het kind head-down te krijgen. Ja, uitwendige versie... Geen feestje inderdaad, maar voor 'even' best te doen. Gelukkig snapte ze toen de bedoeling en bleef nog ruim 2 weken met haar hoofd naar de uitgang liggen.

Wat dan overigens weer niet in het plaatje past, is dat mevrouw 'slechts' 4 uur en een klein kwartiertje nodig had om zich met haar kokosnoot door mijn regenpijp te wurmen. En dit rochel-temperatuur-festijn duurt nu al 5 dagen. Ik zou toch denken dat ze deze virale-vast-inmiddels-bacterieel-geworden-uitdaging toch wat voortvarender zou oppakken. Oh nee, dat is juist het eigenzinnige eraan. Afijn...

Na wikken en wegen met de huisarts hebben we besloten om er een anti-bioticumkuurtje tegen aan te gooien. Aan de ene kant jammer, want ik vind het beter als een kind zelf zijn eigen ziekte oplost. Beter voor de weerstandopbouw, blablabla.
Maar aan de andere kant rochelt ze nu al ruim anderhalve week dat het een aard heeft, hebben we niet de indruk dat daar verbetering in zit en kunnen we bij dit alles inmiddels 5 hoge-koortsdagen optellen.

Vandaag tikten wij namelijk weer een nieuw hoogtepunt aan op de thermometer: 39.4. Gelukkig is ze zelf er nog best vrolijk onder. Is geïnteresseerd in haar omgeving, maakt grapjes met grote broer en drinkt nog steeds goed. Afgezien van knalrode wangen, een warme nek en wat spectaculaire geluidseffecten zouden buitenstaanders waarschijnlijk niet echt merken dat ze ziek is.

Ik zeg: word maar gauw weer beter Danaë.