Dus, ik dacht: eerlijk en open. Een beetje de WYSIWYG-moeder uithangen. Wel zo prettig voor het kind.
Toen zijn zus bij gelegenheid 2 spuiten in haar bovenbenen gejast kreeg, en daar volkomen cool onder bleef, vertelde ik hem daarom dat hij bij zijn volgende bezoek aan het consultatiebureau een prikje zou krijgen. Eentje slechts.
Dat is niet zo nolug, vond hij. Want ik word toch niet ziek.
Hmm, denial, dacht ik. En ik spoedde mij naar de bibliotheek om een boekje over prikjes te halen.
Vier weken later was hij nog niet van mening veranderd. Hij had geen prik nodig. En dokters zijn stom.
Hmm, über-denial, dacht ik. En ik spoedde mij met kinderen naar het consternatiebureau.
Zo. Ben je daar eindelijk?, bromde een oudere
U had een uur geleden een afspraak, meldde zij met nog steeds één oog op haar tijdschrift.
Het bleek de arts. En het bleek dat de assistente mij een verkeerde tijd had doorgegeven. Maar dat mocht niet baten. De arts had er niet zo'n zin in, vandaag.
Geen glimlachje kon er vanaf. Niks geen ijsbrekers of grapjes. Ook niet toen David met zijn handen voor zijn ogen de spreekkamer in liep. En zei Ik ben bang.
Waarom ben je boos?, vroeg de arts in een poging tot inlevingsvermogen.
Hmm, nog doof ook, dacht ik. En plantte Danaë op de grond. David werd aan een tafel gedirigeerd door mevrouw de
De dokter begon haar verhoor.
Is-ie zindelijk? Ja hoor.
Ook 's nachts? Nee, dat zal nog wel komen, hoop ik.
Kan-ie al fietsen? Nee.
Ook niet op een driewieler? Ehh, nee?
En sinds wanneer loopt-ie? Poeh, da's alweer een paar jaar geleden. 'ns Denken... Ongedurig tikte de heks met haar
Makkelijk kind?, vroeg de heks zonder op te kijken. Ja hoor, ze zijn allebei heel makkelijk, hing ik even de trotse moeder uit.
Hmm. Soms boze buien... citeerde de heks uit de aantekeningen van ons vorige bezoek. Oh, dat. Dat was gewoon een fase. Is weer helemaal voorbij, zei ik opgelucht.
Of-ie even de ogentest kon doen.
Hell, sure mevrouw. Vanochtend nog alle plaatjes doorgenomen.
David nam plaats op een stoel, met een halve bril op zijn hoofd. Voor de verandering bleef hij zitten.
Wat is dit?, vroeg de dokter. Een huis, antwoordde David braaf. En dat een zwaan.
Nee, dat is geen fluitketel, bitste de heks hem toe, terwijl ze naar iets wees dat overduidelijk een fluitketel was. Dat is een theepot.
Nou, muts. Wíj vonden het een fluitketel. Dus ís het een fluitketel.
En die oude sleutel, die vonden wij toevallig op het eerste gezicht een kerktoren met een wolkje erboven. Moeten jullie maar plaatjes anno 2009 nemen in plaats van plaatjes van tig jaar terug.
En toen was daar hét moment. Het. Moment. Van de. Prik.
Ik wil bij jou op schoot zitten, zei David.
Nee. Je mag op tafel zitten. Zo doe ik dat altijd, commandeerde de heks.
En ze jaste zonder pardon de spuit erin.
David keek mij verongelijkt aan. Auw. We zouden toch tot 3 tellen?
Ik geloof dat hij het niet zo erg vindt dat dit zijn laatste bezoek was. De volgende keer gaan we naar de schooldokter.
Overige meterstanden: 14 kilootjes en ongeveer 95 centimeter.
Een kleintje, inderdaad. Maar we zijn blij dat hij in ieder geval meer weegt dan zijn zusje. En groter is. We vragen ons af hoe lang dat nog het geval zal zijn...